Montageadvies cilinderkop
1. Controleer voordat u begint met de montage of:
- de geleverde cilinderkop overeenkomt met het motortype.
- de geleverde cilinderkop geen (transport)schade heeft.
- alles klopt met de gemaakte afspraken.
- Leg de cilinderkop nooit op het koppakkingvlak; dit kan beschadiging aan pasvlak of kleppen veroorzaken.
- Probeer de oorzaak van de cilinderkopschade te achterhalen en verhelp deze eerst.
- Controleer de cilinderwanden en zuigers op beschadiging en verwijder koolresten.
- Reinig alle over te zetten delen grondig en controleer deze op slijtage of beschadiging.
- Controleer het koppakkingpasvlak van de motor op beschadigingen en vervorming.
- Reinig het pasvlak en de boutgaten, let op de ruwheid van het blok (zo fijn mogelijk).
- Gebruik altijd nieuwe bouten (wanneer voorgeschreven) van de juiste afmetingen.
- Monteer koppakking van een juiste dikte en type met de goede kant naar boven.
- Volg de voorgeschreven aantrekkoppels en volgorde.
- Let op dat de timingtekens van de distributie correct zijn en monteer nieuwe distributieriemen en span/omlooprollen.
- Laat hydraulische stoters minimaal één uur na montage rusten om zich in te kunnen stellen. Bij voorkeur een nacht laten rusten.
- Stel de klepspeling bij vaste stoters/klepselplaten af met een marge van 0.05mm extra.
- Draai de motor na afstelling van de distributie eerst twee omwentelingen met de hand rond om te controleren of de kleppen niet de zuiger raken.
- Vervang de olie, het oliefilter, de thermostaat en koelvloeistof altijd volgens de door de fabriek voorgeschreven soorten en type aanduiding.
- Controleer de radiator en waterpomp op lekkage en werking.
- Laat bij een LPG-installatie de motor de eerste duizend kilometer altijd op benzine lopen en stel dan de installatie af.
- Controleer afstelling ontsteking /injectiesysteem/brandstofpomp.
- Maak een proefrit en loop alles nog eens na.